De poëzie van licht

Licht heeft altijd een belangrijke rol in de beeldende kunst gespeeld, en in de Nederlandse schilderkunst in het bijzonder. Rembrandt was een meester in het spelen met licht en schaduw, en werkte vaak met sterke licht-donkercontrasten (clair-obscur). In dezelfde periode ontdekten ook andere schilders, zoals Van Ruisdael, Vermeer en Van Goyen, de schoonheid van het Hollandse licht. In landschappen, maar ook in interieurs is het prominent aanwezig. Contrastrijke wolkenluchten, spiegelende wijnglazen en zacht glanzend tin zijn zo realistisch en expressief geschilderd, dat het lijkt alsof je de objecten bijna aan kunt raken. Toch gaat het deze schilders niet in de eerste plaats om het realistisch weergeven van hun onderwerp, maar om het licht te schilderen zoals dat gereflecteerd wordt door de zee, door glas, door metaal.

In deze Hollandse traditie staat ook het werk van Bert Keller. Zowel in zijn drogenaalden, als in de mezzotinten en inkjet-prints is zijn fascinatie voor licht duidelijk herkenbaar. In de drogenaalden richt hij zich volledig op kleur: de lichtreflectie levert in de bk.serie een oneindig rijk scala aan tonen en tinten op. In de mezzotinten is kleur daarentegen bijna geheel afwezig, hier draait het om contrasten tussen licht en donker, om subtiele nuanceringen in grijstinten. In de inkjet-prints ten slotte wordt het licht drager van betekenis. Licht en schaduw, heldere kleuren en verbleekte tinten worden ingezet om een sterke sfeer te creëren.

De bk.serie is een reeks van 12 drogenaalden waarin telkens drie kleurvlakken naast elkaar gezet worden. Meerdere lagen inkt en pigment werden over elkaar heen gedrukt, waardoor de kleuren intens zijn, maar toch helder blijven en zelfs transparant genoemd mogen worden. De verschillende tinten vormen een afgewogen eenheid, nu eens contrastrijk, dan weer tegen elkaar aanschurkend, maar altijd in balans. De serie kan opgevat worden als een onderzoek naar kleur en de effecten van kleurcombinaties.

In de mezzotinten is juist zo goed als geen kleur aanwezig, maar maakt Keller intensief gebruik van het contrast tussen licht en schaduw: hij laat een sprei of een tafeltje oplichten, de zon spelen op de veren van een pauw of de bladeren van een bamboe. De werking van het licht geeft de voorstelling diepte, terwijl zij tegelijkertijd de aandacht richt op datgene wat afgebeeld wordt, of dat nu een interieur, een plant of een bloem is. Het sterke contrast tussen licht en donker zorgt ervoor dat de voorstelling als het ware oplicht in het donker, om een moment de aandacht van de toeschouwer te trekken. Het effect hiervan is nooit theatraal, integendeel, de beelden worden gekenmerkt door verstilling, door een tijdloze rust die uitnodigt tot beter en aandachtiger kijken. En wie beter kijkt, ziet met hoeveel aandacht deze prenten zijn gemaakt en hoeveel details zijn weergegeven. Elk blad, elke nerf is afgebeeld.

In de inkjet-serie The American Prints komen de kleuren uit de drogenaalden weer terug, maar nu gecombineerd met de subtiele nuances van de mezzotinten. Het licht richt ook hier de blik, terwijl de doordachte verdeling van licht en schaduw, van helderwit tot het diepste zwart, van felgeel tot zacht verbleekt blauw, de prenten een merkwaardige rust verleent. Ik schrijf ‘merkwaardig’, want er is enorm veel te zien: wolkenkrabbers zover het oog reikt, straten vol verkeer, luchthavens, fonteinen en metershoge watervallen. Maar wederom lijkt de tijd even tot rust te zijn gekomen, zodat de toeschouwer op zijn gemak zijn blik kan laten dwalen over pleinen, bruggen en gebouwen. Een magisch licht omhult de beelden met een waas van mysterie en ook met een vaag vermoeden van onheil; van onvermijdelijke, Hopperiaanse eenzaamheid.

Wat deze prenten met elkaar verbindt, is niet per se hun onderwerp, nog minder een onderliggende boodschap of bedoeling, maar de sfeer die ze weten op te roepen. Het licht wordt drager van betekenis, van moeilijk definieerbare emoties als toewijding, weemoed, verlorenheid. Het gaat niet om het realistisch weergeven van een stad of een plant, ook al ligt aan de prenten dikwijls een fotografische realiteit ten grondslag. Het gaat om het licht, dat deze beelden een onmiskenbaar poëtische kracht geeft waardoor je eindeloos naar ze kunt blijven kijken.

© Hester Eymers