Mapping the Studio

In 1995, at the invitation of the Peninsula Gallery in Eindhoven and with financial support of the Province of Utrecht, Bert Keller attended the graphics workshop Senza Titolo, organised by Grafisch Atelier Daglicht, Peninsula and De Fabriek, where the participants were given the opportunity to work on a large scale.

It is his own studio space that he took as the subject of the works created there. The starting point was an earlier series of four prints focusing on the corners of his studio in Zeist. In contrast to this series of drypoints, printed in black/graphite, he decided to experiment with the optical effects of light by using bright colours in combination with iridescent pigments. The result was a series of eight, each measuring 80 x 200 cm. For each print he used three printing plates to combine the ivory background, the blue iridescent walls and the black floor areas into one image. To attain a monumental effect he used a minimum of pictorial elements and found a striking and spatially sound solution in the perspectival effect of the isometry. Thus the original architectural intent of the space was preserved in the two-dimensional image.

After a month's work in De Fabriek, back in the privacy of the studio, he began to search for a way to round off the project. Here he used a floor plan of the work area and isolated those areas containing 'passages'. This series, four prints in an edition of five, he created with a combination of mezzotint and etching techniques. Together with the earlier drypoints this formed a series of works that offer a clear and compelling picture of his immediate living and working environment.

Wout Hoogendijk

Op uitnodiging van Galerie Peninsula te Eindhoven en met financiële steun van de Provincie Utrecht nam Bert Keller in 1995 deel aan de grafiekworkshop Senza Titolo, georganiseerd door Grafisch Atelier daglicht, Peninsula en De Fabriek, waarin de deelnemers in staat werden gesteld op groot formaat te werken.

Het is zijn eigen atelierruimte die hij in de hier ontstane werken als onderwerp nam. Uitgangspunt vormde een eerdere serie van vier prenten waarop de hoeken in zijn atelier in Zeist centraal staan. In tegenstelling tot deze reeks drogenaalden, gedrukt in zwart/grafiet, besloot hij met de optische werking van licht te experimenteren door heldere kleuren in combinatie met iriserende pigmenten te gebruiken. Resultaat werd een serie van acht, waarin elke afbeelding een formaat heeft van 80 x 200 cm. Per prent gebruikte hij drie drukplaten om de ivoorkleurige grondlaag, de blauw-iriserende muurdelen en de zwarte grondvlakken tot een geheel te maken. Voor het verkrijgen van een monumentaal karakter gebruikte hij een minimum aan beeldende middelen en vond hij in de perspectivische werking van de isometrie een heldere en ruimtelijk sterke oplossing. Zo bleef de oorspronkelijke architectonische betekenis van de ruimte op het platte vlak behouden.

Na een maand van werken in De Fabriek, terug in de beslotenheid van het atelier, ging hij op zoek naar een afronding van het project. Hier maakte hij gebruik van de plattegrond van de werkruimte en isoleerde de delen met ‘doorgangen’. Deze serie, vier bladen in een oplage van vijf, vervaardigde hij in een combinatie van mezzotint- en etstechniek. Tezamen met de drogenaalden van eerder datum ontstond zo een reeks werken, die een helder en krachtig beeld opleveren van zijn directe leef- en werkomgeving.

Wout Hoogendijk